Duurzaamheid. Pas op voor vertrouwen op blauwe ogen.

Het mooie van mijn werk? Dat zijn de ontmoetingen en het daarin delen van kennis over de inrichtingen van buitenruimtes. Maar steeds meer zie ik de schaduwkanten van de combinatie commercieel belang en het ontbreken van wettelijke kaders waarin uitspraken worden gedaan over producteigenschappen.

Inmiddels geeft het thema “duurzaamheid” mij een deja vu wanneer mensen het hierover hebben. Waar ‘duurzaamheid’ enkele decennia geleden betekende dat iets gewoon lekker lang meeging,  komen daar nu onderwerpen als een lage CO2-uitstoot en eigenschappen als waterpasseerbaarheid of waterdoorlatendheid (om maar in het vakjargon van een steenfabrikant te blijven) bij kijken. Kortom, duurzaamheid is een containerbegrip van jewelste waar in onze sector bouwers, overheid, ontwerpers en producenten ieder het zijne uit kan gebruiken.

Ook zien we een vorm van “greenwashing”. Een voorbeeld uit mijn eigen sector: producten waarbij het cement vervangen is door slakkenzand dat uit de staalproductie komt en kolenas uit de stroomproductie als cementvrij te betitelen en vervolgens dit aan te prijzen als een product met een significant lagere CO2-belasting. Maar ook klinkklare onzin of ronduit fictie van betreffende leverancier komt voorbij, zoals een kleurrijke betonklinker die 100% kleurvast zou zijn (en blijven tot in de eeuwigheid?) en een uit 100% natuursteen bestaande toplaag. Is dat een gezaagd stuk natuursteen verlijmd op een betonklinker of zo?

Laten we eerst in ons eerste gesprek vaststellen wat duurzaamheid voor de opdrachtgever inhoudt, welke vermeende producteigenschappen in dat ene specifieke project gewenst zijn, hoe beide uitgangspunten onafhankelijk geverifieerd kunnen worden en welk controlemechanisme we daarbij gebruiken. En laten we vooral ook elkaar in de ogen kijken en vaststellen dat er een directe relatie bestaat tussen kwaliteit en de kostprijs van de dienst of product.

Een mooie stap is het voornemen van de EU-Commissie voor wetgeving die misleidende claims moet tegengaan. Dit na een onderzoek waar maar liefst 50% van alle groene beloftes en beweerde claims niet voldoende onderbouwd of simpelweg onbetrouwbaar bleken. Een cruciaal onderdeel van de nieuwe wet is een gestandaardiseerde methode voor het berekenen van de klimaatimpact van producten. Prima wat ons betreft!

Het wachten is op een (liefst Europese) wet die de lat gaat leggen naast een beweerde gereduceerde CO2-belasting berekend op het product zelf , een (technische) universiteit (Delft?) die de werking van waterinfiltratie bij elementen blijvend monitort en certificeert. En een Europese rekenmethodiek als alternatief van allerhande regionale rekenmodules zoals de MKI of het Bouwstoffenbesluit en de mate van klimaatneutraal produceren.  

Dat scheelt u en ons veel tijd en veel pijnlijk blauwgeslagen ogen nadat de projecten zijn opgeleverd!  

Marcel Schemkes
Eigenaar Metten NL
marcel@metten.nl
www.metten.nl